Hotelcheque te winnen bij prijsvraag?

De gemeente Landsmeer schrijft een prijsvraag uit voor de beste locatie voor een hotel. Niels Bonenkamp, kandidaat gemeenteraadslid voor de VVD Landsmeer, vraagt zich af wat de gemeente hiermee denkt te winnen. ‘De gemeente heeft al veel te lang getalmd met het doorhakken van knopen.’

De gemeente Landsmeer heeft de smaak te pakken. Opnieuw schrijft het College van B&W een prijsvraag uit. Dit keer over een nieuw te bouwen hotel bij de entree van Landsmeer.

Meteen maar even collega kandidaat-raadslid Lauren Haenen gebeld. Bij de vorige prijsvraag won zij een etentje bij een restaurant naar keuze in Landsmeer met haar titel voor de Toekomstvisie: ‘Landsmeer. Ruimte voor kwaliteit’. Ik vermoed dat er bij de nieuwste prijsvraag een hotelcheque te winnen is.

Een van de belangrijke speerpunten in die Toekomstvisie is het benutten van de kansen op gebied van toerisme en recreatie in Landsmeer. Een hotel lijkt dan een voor de hand liggende ontwikkeling. Immers, wil je toeristen aantrekken dan is voldoende én aantrekkelijke verblijfsaccommodatie binnen de gemeentegrenzen een voorwaarde. De VVD Landsmeer is hiervan groot voorstander.

Een ander veelgenoemd aspect van de Toekomstvisie is “intensieve samenwerking tussen alle in Landsmeer actieve partijen: burgers, bedrijven, maatschappelijke

organisaties, overheden, maatschappelijke initiatieven, verenigingen en belangengroepen.” De gemeente gaat gezamenlijk “op zoek naar mogelijkheden en werken aan het verzilveren van de kansen. Met andere woorden: het bestuur geeft aan open te staan voor initiatieven van burgers en (lokale) ondernemers.

Het College lijkt de daad meteen bij het woord te voegen en de realisatie van een hotel voortvarend ter hand te nemen. Wederom geheel in de geest van de Toekomstvisie : “een pro-actieve houding en slim omgaan met ‘regeltjes’. Faciliteren betekent ruimte bieden en denken vanuit mogelijkheden; wat kan er allemaal wel?”

De werkelijkheid blijkt weerbarstiger. De Landsmeerse ondernemer Ab Postma is al jaren - acht jaar naar eigen zeggen - in gesprek met de gemeente over het bouwen van een hotel (NHD, 23.12.2013). Hij heeft grond, er is een ontwerp, en, niet onbelangrijk, hij is bereid om te investeren. Waarom wordt hij met een kluitje in het Landsmeerse riet gestuurd?

Ik vraag me een aantal zaken af:

  • Recent zou gebleken zijn dat de beoogde locatie in zogenaamd ‘beschermd buitengebied’ ligt. Als je al jaren met elkaar in gesprek bent, hoe kan het dan dat dit nu pas naar boven komt? Hoezo proactief?
  • Dan het stuk grond zelf: beschermd buitengebied? Als ik goed geïnformeerd ben, gaat het om een driehoek tussen het fietspad langs de Nieuwe Gouw, het tankstation van BP, de witte bedrijfshal van Hollandia en de grote hoogspanningsmasten. Het is mij volkomen onduidelijk waarom juist dit stukje buitengebied moet worden beschermd. Het schijnt iets te maken te hebben met de ‘rijksbufferzone’ en een ‘rode contour’.
  • De provincie gaat over het beschermd buitengebied en dergelijke rijksbufferzones. Als je als gemeente écht wilt dat zo’n hotel er komt, ga je in een vroegtijdig stadium met de provincie in gesprek en probeert Gedeputeerde Staten te bewegen om ‘slim om te gaan met regeltjes’.
  • Hoezo ‘samen verzilveren van kansen’? Als zich een ondernemer aandient, een lokale ondernemer nota bene, die een hotel wil bouwen, en je hebt als gemeente ook die wens, waar wacht je dan nog op?

“Eén-en-één is drie,” zou ik zeggen! Het is mijn bescheiden mening dat een hotel in Landsmeer, op de bewuste plek bij de entree van het dorp in alle opzichten vooruitgang is. Visueel, qua uitstraling, aantrekkingskracht, en mogelijk ook als katalysator van andere ontwikkelingen, zoals de moeizaam verlopende woningverkoop in Luyendijk-Zuid of de aanleg van een nieuw sportcomplex voor ijsvereniging Hard Gaat Ie. Misschien kan er zelfs verkeerstechnisch een voordeel behaald worden?

Hét belangrijkste argument voor een hotel in Landsmeer is natuurlijk economisch. Het kan de gemeenschap een heleboel geld opleveren, direct en indirect. Hoe?

  1. Door een verzevenvoudiging van de inkomsten uit toeristenbelasting. Een snelle rekensom leert dat een hotel met 150 kamers bij een bezettingraad van 75% ruim € 52.000 zou opleveren bij het huidige tarief van € 0,64 per overnachting. In totaal ruim 7x zoveel als het volledige bedrag dat er nu jaarlijks aan toeristenbelasting binnenkomt! Zou Landsmeer het voorbeeld volgen van andere gemeenten, die soms meer dan het dubbele berekenen aan toeristenbelasting, dan zou daarmee bijna 15% van het geraamde tekort op de meerjarenbegroting gedekt zijn.
  2. Door creëren van werkgelegenheid: arbeidsplaatsen in het hotel voor inwoners van Landsmeer; met name voor jongeren. Veertig arbeidsplaatsen per 100 kamers is de norm.
  3. Door toename van bestedingen bij de lokale middenstand en ondernemingen. Niet alleen de gasten van het hotel zullen in het dorp winkelen, ook het hotel zelf zal producten en diensten lokaal inkopen.

Kortom: de voordelen van een hotel zijn overduidelijk. Het had er al kunnen staan. Waarom dan nu een prijsvraag uitschrijven? Zijn er soms andere bieders? Waarom al die twijfels over een locatie die zonder meer geschikt lijkt? Wat winnen we hiermee als gemeente? Waarom wordt er niet gehandeld in de geest van de Toekomstvisie? De gemeente heeft al veel te lang getalmd met het doorhakken van knopen. Als we in dit tempo doorgaan, vrees ik dat de winnaar zijn hotelcheque in Oostzaan moet verzilveren.